ddj-logo

Bewijslast lager gebruikelijk loon ligt bij dga

2 juni 2025

Gebruikelijk loon

De gebruikelijkloonregeling geldt voor iedereen die een zogenaamd aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap, én die ook werkzaamheden verricht voor die vennootschap. 
Heeft u een aanmerkelijk belang in een bv en verricht u ook werkzaamheden voor deze bv, dan moet uw loon in 2025 vastgesteld worden op het hoogste bedrag van een van de volgende bedragen:

  • het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, of
  • het loon van de meestverdienende werknemer in uw bv of verbonden bv’s, of
  • € 56.000 (2025).

Lager gebruikelijk loon?

In sommige situaties kunt u uitgaan van een lager loon dan het berekende gebruikelijk loon. Zo kunnen startende ondernemingen maximaal drie jaar van een lager loon uitgaan als de bv het gebruikelijk loon niet kan betalen door het opstarten van de onderneming. Ook als uw onderneming structureel zoveel verlies lijdt dat de continuïteit van uw onderneming in gevaar komt, kunt u van een lager loon uitgaan.

Kernactiviteit dga

In een zaak die onlangs speelde voor het Gerechtshof ‘s Hertogenbosch, slaagde een dga hierin niet en bleven de navorderingsaanslagen dan ook gehandhaafd. In deze zaak voerde een dga een aantal argumenten aan voor het lager vaststellen van zijn gebruikelijk loon dan de wettelijke norm. Zo gaf de dga aan slechts werkzaamheden uit te voeren die vergelijkbaar waren met die van een secretaresse. De dga had echter zelf verklaard ook enkele kernactiviteiten uit te voeren, maar vond dat dit hieraan niet in de weg hoefde te staan.

Parttime werkzaam

De dga voerde ook aan dat hij slechts parttime voor de bv activiteiten verrichtte, maar kon dit niet hard maken. Bovendien moet voor het gebruikelijk loon uitgegaan worden van het loon dat verdiend wordt bij een volledige werkweek. Of al dan niet parttime gewerkt wordt, is volgens het Hof in deze zaak dan ook niet van belang.

Verlieslijdend

De dga voerde ook nog aan dat een lager gebruikelijk loon aanvaardbaar was, omdat er sprake was van een structurele verlieslijdende situatie. Inderdaad kan in die omstandigheden een lager gebruikelijk loon worden vastgesteld, maar dit moet dan wel aannemelijk worden gemaakt. Ook hierin slaagde de dga niet, onder meer vanwege het feit dat de rekening-courant positie van de dga was toegenomen. 

Het Hof liet de navorderingen dan ook in stand.