ddj-logo

Geen belastingkorting zonder beschikking verlies uit aanmerkelijk belang

7 april 2023

Verlies uit aanmerkelijk belang

U kunt bijvoorbeeld verlies uit aanmerkelijk belang lijden, als u een deel van uw aandelen onder de verkrijgingsprijs verkoopt. Verkoopt u later een deel weer met winst of keert de bv dividend uit, dan kunt u hiermee het verlies verrekenen. Heeft u geen aanmerkelijk belang meer, dan kan het verlies omgezet worden in een belastingkorting die u kunt verrekenen met inkomsten in box 1.

Let op! Als u aandelen of winstbewijzen vervreemdt, maar daarna nog voor 90% of meer belang bij de activiteiten van de bv behoudt, wordt er geen verlies in aanmerking genomen. Hetzelfde geldt als u een deel van uw aandelen of winstbewijzen vervreemdt aan uw fiscale partner of aan bloed- en aanverwanten in de rechte lijn. In beide gevallen wordt dit niet in aanmerking genomen verlies bij uw verkrijgingsprijs van uw aandelen opgeteld, zodat het bij latere verkoop van aandelen alsnog in aanmerking kan worden genomen.

Vaststellen verlies

Het verlies moet bij beschikking worden vastgesteld. U moet dus ook zelf uw verlies uit aanmerkelijk belang berekenen en aangeven in uw aangifte inkomstenbelasting. Het verlies wordt dan vermeld op uw aanslag.

Let op! Verliezen vanaf het jaar 2019 zijn slechts verrekenbaar met de winst uit aanmerkelijk belang van het voorafgaande jaar of van zes, op het verliesjaar, volgende jaren.

Belastingkorting

Als u geen aanmerkelijk belang meer heeft, valt er ook geen verlies uit aanmerkelijk belang meer te verrekenen. Als u dit niet verloren wilt laten gaan, kunt u verzoeken het om te zetten in een belastingkorting. De belastingkorting bedraagt dit jaar (2023) 26,9% van het verlies.

Geen beschikking dus geen korting

In een zaak die onlangs speelde voor het Hof Arnhem-Leeuwarden, moest het Hof zich uitspreken over de vraag of een beschikking nodig is om een verlies uit aanmerkelijk belang om te kunnen zetten in een belastingkorting. Rechtbank Noord-Nederland had geoordeeld dat een beschikking niet nodig was. Het Hof kwam echter tot de conclusie dat uit de wetsgeschiedenis volgt dat een beschikking wel vereist is.