ddj-logo

Nieuwsbrief april 2018

18 april 2018

1. Voldoe in 5 stappen aan AVG

Het kan u niet ontgaan zijn. Op 25 mei 2018 wordt definitief de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing. De AVG brengt nieuwe verplichtingen en verantwoordelijkheden met zich mee.

Alle bedrijven en organisaties die werken met persoonsgegevens moeten zich voorbereiden op deze AVG, dus ook kleine mkb’ers en zzp’ers. In vijf stappen bent u AVG-proof.

Stap 1: Creëer intern bewustwording, zorg voor een vast aanspreekpunt
Informeer uw medewerkers over de wetgeving, de impact van de AVG op uw huidige processen en bij wie zij terecht kunnen bij vragen. Onder de AVG krijgen uw klanten meer privacyrechten.

Stap 2: Maak een register met persoonsgegevens die u verwerkt
Documenteer welke persoonsgegevens u verwerkt en met welk doel, waar deze gegevens vandaan komen en met wie u ze deelt. Belangrijk is de wijze waarop u de toestemming van uw klanten vraagt, krijgt en registreert.

Stap 3: Breng risico's in kaart en zorg voor beveiligingsmaatregelen
Standaard moeten in uw bedrijfsvoering en ICT ingevoerd zijn:
1.‘Privacy by design’ voor de bescherming van persoonsgegevens: dit houdt in dat u al tijdens de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten aandacht besteedt aan privacyverhogende maatregelen.
2.'Dataminimalisatie' waarmee u zorgt dat u alléén persoonsgegevens verwerkt die noodzakelijk zijn voor het doel. Hiermee bespaart u zich ook nog eens een hoop werk.

Stap 4: Zorg voor documentatie van datalekken
Bij een datalek vallen persoonsgegevens in handen van derden die geen toegang tot die gegevens zouden mogen hebben. De meldplicht datalekken blijft onder de AVG grotendeels hetzelfde, alleen de eisen voor de registratie zijn strenger.

Stap 5: Breng verwerkingen door derden in kaart, sluit verwerkersovereenkomsten
Check de contracten en gemaakte afspraken goed voor alle pakketten die u heeft uitbesteed aan derden, denk aan een administratiekantoor of een arbodienst, en zorg ervoor dat alles goed is vastgelegd (de zogenaamde verwerkersovereenkomsten).

Tip:
Meer informatie is te vinden op de site van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Belastingdienst stopt met BSN-uitvraag met IB-47 formulier

Met het formulier IB-47 vraagt de Belastingdienst gegevens op over uitbetalingen door opdrachtgevers aan opdrachtnemers die in de inkomstenbelasting kwalificeren als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). Bij de uitvraag van deze gegevens werd gebruik gemaakt van het burgerservicenummer (BSN).

Maatschappelijke ontwikkelingen rondom privacy gerelateerde zaken waaronder de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) hebben er toe geleid deze uitvraag tegen het licht te houden.

Onvoldoende wettelijke basis

Daaruit is naar voren gekomen dat de opdrachtgevers onvoldoende wettelijke basis hebben om te kunnen beschikken over het BSN van hun opdrachtnemers en dat er ook voor de Belastingdienst onvoldoende wettelijke basis is voor de BSN-uitvraag. Daarom stopt de Belastingdienst met de BSN-uitvraag met het IB-47 formulier totdat er een voldoende solide wettelijke basis is voor het gebruik van het BSN voor dit doel.

In de Fiscale Beleidsagenda is wetgeving aangekondigd gericht op de gegevensverwerking door de Belastingdienst. Het voornemen is om de wettelijke basis voor het gebruik van het BSN hierin mee te nemen. Planning is om in de loop van 2018 in internetconsultatie te gaan met het wetsvoorstel gegevensverwerking.

Invoering bezwaar en beroep tegen uitstel en kwijtschelding later

De mogelijkheid van bezwaar en beroep via de fiscale rechter tegen beschikkingen over uitstel en kwijtschelding van belastingen treedt niet per 1 januari 2019 in werking.

Dat blijkt uit de 21e halfjaarsrapportage van de Belastingdienst. Het voorstel is onderdeel van de stroomlijning van de invorderingsregelgeving voor belastingschulden en toeslagschulden uit de Fiscale Vereenvoudingingswet 2017. De geplande inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2019 blijkt niet haalbaar voor de Belastingdienst. Dat meldt de VNG.

Gemeentelijke belastingen

Ook bij de gemeentelijke belastingen zouden deze nieuwe rechtsbeschermingsregels gaan gelden. De verwachting is dat de stroomlijning pas na 2021 te realiseren is.

Rechtsbescherming straks

Nu is geen bezwaar mogelijk tegen een beschikking uitstel van betaling. Tegen een beschikking kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is nu administratief beroep bij het college mogelijk. Straks is er in beide gevallen eerst bezwaar bij de invorderingsambtenaar mogelijk en is daarna de belastingrechter bevoegd (rechtbank in eerste aanleg, hof in hoger beroep en Hoge Raad in cassatie).

Concurrentiebeding: wel of niet mogelijk in tijdelijk arbeidscontract?

Sinds de inwerkingtreding van de Wet werk en Zekerheid (WwZ) in januari 2015, is een concurrentiebeding in tijdelijke arbeidsovereenkomsten niet meer toegestaan. Hierop is één uitzondering gemaakt, namelijk in het geval de werkgever zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen heeft waardoor een concurrentiebeding noodzakelijk is.

Wat is een concurrentiebeding?
De wetgever omschrijft het concurrentiebeding als ‘een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij deze laatste wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn’. Dit is bijvoorbeeld het geval als een werkgever binnen twee jaar na het einde van zijn arbeidsovereenkomst niet in dezelfde branche zou mogen werken, of niet binnen een straal van 100 km van de vorige werkgever werkzaam mag zijn.

Zwaarwegend bedrijfsbelang
De werkgever moet schriftelijk en gemotiveerd in het beding aangeven welke zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen het concurrentiebeding noodzakelijk maken. Zonder deze schriftelijke motivering van de zwaarwegende belangen is het concurrentiebeding nietig. Als het beding wél is voorzien van een schriftelijke motivering, maar wanneer het niet gaat om zwaarwegende en noodzakelijke belangen, dan is het concurrentiebeding in zijn geheel vernietigbaar.

Beding opnieuw overeenkomen?
De noodzaak van het concurrentiebeding moet bestaan ten tijde van het aangaan van het beding én op het moment dat de werkgever een beroep doet op het beding. Als een tijdelijk contract voor een nieuwe bepaalde tijd wordt verlengd, dan moet het concurrentiebeding dus opnieuw worden aangegaan.

Tip:
Ga voordat je een concurrentiebeding wilt opnemen in tijdelijke contracten na of het zwaarwegende bedrijfsbelang niet op een andere manier kan worden beschermd. Soms kan dit namelijk middels een geheimhoudingsbeding of een studiekostenregeling worden beschermd, waardoor een concurrentiebeding niet noodzakelijk is. Vraag uw adviseur erover.

Biedt een geheimhoudingsbeding of een studiekostenregeling onvoldoende bescherming voor uw bedrijfsbelang, en is een concurrentiebeding in een tijdelijk contract de enige optie? Zorg er dan voor dat de motivering een concrete en specifieke omschrijving van de concurrentiegevoelige informatie bevat en licht het zwaarwegende bedrijfsbelang uitgebreid toe.

Fiscale regels fiets van de zaak stuk eenvoudiger

Een fiets van de zaak is op dit moment niet echt een aantrekkelijke optie voor uw werknemers. De berekening van de bijtelling voor het privégebruik van de fiets is behoorlijk complex. Door al die ingewikkelde regels wordt maar beperkt gebruik gemaakt van de fiets van de zaak. Het kabinet wil daarom de fiscale fietsregeling versimpelen. Net als dat voor de auto van de zaak een forfaitaire bijtellingsregeling geldt, komt er ook een forfaitaire bijtelling voor de fiets van de zaak. Bovendien mag de leasefiets straks naast de auto van de zaak worden gebruikt. Let op: de fietsplannen moeten nog verder worden uitgewerkt met de brancheverenigingen. Het is de bedoeling dat de nieuwe fiscale fietsregeling per 1 januari 2020 ingaat.

Heeft u de voorlopige berekening Lage-inkomensvoordeel ontvangen?

Tussen 1 maart en 14 maart 2018 hebben zo'n 94.000 werkgevers van het UWV een voorlopige berekening ontvangen van het lage-inkomensvoordeel (LIV) 2017. U heeft recht op deze tegemoetkoming als u werknemers met een laag loon in dienst heeft. Check de voorlopige berekening goed. Deze berekening is gebaseerd op de tot en met 31 januari 2018 gedane aangiften loonheffingen en correcties over 2017. Bent u het niet eens met de voorlopige berekening, controleer dan of uw loonaangiften juist en volledig zijn. U kunt deze aangiften nog tot en met 1 mei 2018 corrigeren. Neem hiervoor eventueel contact op met uw adviseur. Latere correcties worden niet meer meegenomen in de definitieve berekening van het LIV.

Uiterlijk 31 juli ontvangt u van de Belastingdienst de definitieve berekening van het LIV over 2017. Mocht deze definitieve berekening niet kloppen, dan kunt u daartegen bezwaar maken.